Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want men dorst de wikken niet [89]met den dorswagen, en men laat het wagenrad niet rondom over het komijn gaan; maar de wikken slaat men uit met een staf, en het komijn met een stok; 89. De Joden hebben eertijds hunne zaadvruchten op verscheidene wijzen uitgedorst, over sommig zaad sleepten zij een dorswagen of dorsslede, over sommig trokken of stieten zij een rad, ander deden zij de ossen uittreden; het zaad, dat in blaasjes wast, sloegen zij met stokken uit. Zo is dan dit de zin van vs.27: Gelijk de akkerman niet alle zaad op eene wijze uitdorst, alzo straft ook God niet altoos op eene wijze, maar den een harder dan den ander, naar gelegenheid van zaken.